Afdrukken

Nog niet zo heel lang geleden was het vanzelfsprekend om je fotorolletje door een specialist te laten ontwikkelen en afdrukken. Maar met de komst van de digitale camera is de belangstelling voor het zelf afdrukken van de foto’s enorm toegenomen. Logisch, want het afdrukken van digitale foto’s vraagt nauwelijks vakkennis. Voor diegene die het afdrukken van foto’s liever wil uitbesteden, is er ook goed nieuws: de fotolabs zijn wel met hun tijd meegegaan en dus kun je je foto’s bijna overal online uploaden, afdrukken en laten thuisbezorgen. Voor de prijs hoef je het in elk geval niet te laten; je betaalt zo’n 19 eurocent per afdruk van 10x15 cm. Daarmee is uitbesteden in de meeste gevallen goedkoper dan zelf printen.

Apparatuur

Heb je besloten om voortaan je eigen foto’s te printen? Check dan eerst of je wel de juiste apparatuur in huis hebt. Het afdrukken van een digitale foto mag dan niet zo moeilijk zijn als het ontwikkelen en afdrukken van film, het maken van een goede print is zeker een uitdaging. Alleen met een goede fotoprinter, het juiste papier en inkt van hoge kwaliteit kun je echt mooie afdrukken maken.

Laserprinters vallen af. Die zijn ongeschikt voor het printen van foto’s. Dye-sublimation printers brengen door middel van hitte een verflaag op het papier aan, waardoor de kleurechtheid groot is en de print droog zodra het papier uit de printer komt. Nadelen zijn dat er soms tot 95% inkt wordt verspild en dat verschillende papiergroottes niet mogelijk zijn. Het meest geschikt zijn inkjet fotoprinters. Ze werken door kleine druppeltjes inkt op het papier te verspreiden. Goede merken zijn Canon, Epson en HP. Behalve de printer moeten het fotopapier en de inkt van goede kwaliteit zijn. Koop daarom - ondanks de prijs - altijd originele fabrieksinkt; het komt de kwaliteit van de print zeker ten goede. Fotopapier van de merken Epson, Canon en Ilford is vrijwel altijd goed. Er zijn allerlei soorten, van hoogglans tot mat en aquarel. Welke je kiest, is een kwestie van smaak.

Kalibreren

Het is goed om te weten dat de foto’s zoals je ze op je beeldscherm ziet anders uit de printer zullen komen. Zelfs als alle apparatuur van goede kwaliteit is. De prints zijn misschien donkerder of lichter en de kleuren zullen niet exact zo zijn als op het scherm. Dat komt doordat de kleuren van de camera, het beeldscherm en de printer niet op elkaar zijn afgestemd. Wil je alles helemaal perfect op elkaar afgestemd hebben dan zul je zowel je beeldscherm als je printer moeten kalibreren (ijken). Alleen dan komt dat wat je op je beeldscherm ziet nagenoeg exact uit de printer rollen. Zelf kalibreren is een ingewikkeld, technisch verhaal. Je kunt het ook laten doen. Vraag ernaar bij de betere fotospeciaalzaak. Vervolgens moet je per papiersoort een kleurprofiel (of: icc-profiel) aanmaken. Ook dit kun je via de betere fotospeciaalzaak regelen. Heb je helemaal geen zin in dit technische gedoe en vind je het niet erg als de prints van iets mindere kwaliteit zijn dan kun je deze stap rustig overslaan.

Fotobewerkings-software

De volgende stappen zijn afhankelijk van de fotosoftware die je gebruikt. Open de foto(‘s) die je wilt afdrukken in jouw fotobewerkingsprogramma, bijvoorbeeld Photoshop of Picasa. Als je al weet op welk formaat je de foto’s wilt afdrukken, is het verstandig om ze in dit programma op het juiste formaat te maken (croppen). Let daarbij ook op de resolutie, die bepaalt namelijk de afdrukkwaliteit. De meeste camera's bewaren de opnames in een resolutie van 72 dpi. Voor een goede afdruk volstaat een resolutie van 150 dpi en voor uitstekende fotoprints en professionele prints moet je op 300 dpi afdrukken. De onderstaande tabel geeft globaal de formaten aan waarop je jouw digitale foto's kunt printen.