Het plan ...

Al in week 1 is kort wat gezegd over het ontwikkeltraject voor een website. Dit omvat stappen als: definitie en planning, de informatiearchitectuur, het design, de implementatie, evaluatie en onderhoud.

Om deze stappen te kunnen uitvoeren moet je eigenlijk samenwerken met experts als marketingspecialisten, informatieanalisten/architecten , grafisch ontwerpers, copywriters (tekstschrijvers), programmeurs (:-)) en projectmanagers (:-(). Voor jullie website ga je al deze rollen zelf vervullen.

Het is handig om voorafgaand aan de ontwikkeling van een site een plan te maken waarin een aantal zaken op dit gebied afgesproken en vastgelegd worden. Een dergelijk plan omvat vaak de volgende onderdelen:

We zullen niet bij alle punten van dit plan even lang stilstaan, maar toch wel bij de meeste.


Doel en doelgroep

Wie is het? Wat komt hij/zij doen?

Dat zijn de belangrijkste met betrekking tot de website en ze moeten hier beantwoord worden. Door alle verdere activiteiten heen moet dit steeds de centrale gedachte zijn waaraan alle andere ideeën, overwegingen, technieken, enzovoort, ondergeschikt zijn!

Enkele mogelijke doelen zijn: informeren van de bezoekers, uitbreiden van het klantenbestand, een moderner/beter bedrijfsimago tot stand brengen, verhoogde bekendheid van het bedrijf, betere bereikbaarheid van de instelling, klantgegevens verzamelen, enzovoort

Neem in eerste instantie alle doelen op, en verdeel ze daarna in primaire en secundaire doelen. Primaire doelen moeten persé gehaald worden, secundaire niet maar het zou wel mooi meegenomen zijn. Secundaire doelen kunnen ook in een vervolgtraject aan gerealiseerd worden.
Probeer ook zo concreet mogelijk te worden bij het benoemen van de doelen.

De doelgroep van de site is de groep mensen voor wie de site bedoeld is, de toekomstige bezoekers dus. Het is belangrijk een goed inzicht te hebben wie deze groep mensen precies is. Vaak is er sprake van meerdere groepen. Probeer hierin zo specifiek mogelijk te zijn. Denk aan zaken als: welke rol speelt de persoon, leeftijd, geslacht, opleiding, achtergrond, taal, levensstijl, interesses en hobby's, ervaring met internet, technische omstandigheden, enzovoorts

Om de 2e vraag "Wat komt hij doen?" te kunnen beantwoorden kan een lijstje met activiteiten gemaakt worden die een bezoeker moet kunnen uitvoeren. Een grove omschrijving van deze activiteiten zijn de taken die de gebruiker moet kunnen volbrengen op de site; een gedetailleerde beschrijving hoe dat verloopt wordt ook wel een scenario genoemd.

Zie ini_documentatie.pdf


Inhoud van de website

De informatie die we willen communiceren, moet vindbaar zijn binnen een logische en duidelijke structuur.

Informatie bestaat vaak grotendeels uit tekst, maar ook afbeeldingen, video, audio, formulieren, communicatie-informatie, bestanden (downloads) kunnen hier deel van uitmaken. Het vakgebied dat zich druk maakt over de vertaling van de informatiebehoefte van de doelgroepen in informatiebrokken met logische en heldere structuren heet informatiearchitectuur. Uitgangspunt is (ook voor hem) het doel en de doelgroep van de site! Hij zorgt ervoor dat hij te weten komt hoe de doelgroep op de site zoekt naar informatie en speelt daarop in met de structuur die hij in de informatie aanbrengt.

Vaak wordt een 3-stappenplan gevolgd:

  1. Informatie verzamelen: we moeten eerst de informatie hebben of zien te verkrijgen alvorens we volgende stappen kunnen zetten. Het eerder genoemde takenlijstje van de doelgroep kan helpen bij het bepalen welke informatie voorhanden moet zijn.
  2. Informatie structureren: eerst wordt bijeenhorende informatie bij elkaar geplaatst (organiseren) en dan wordt daar een hiërarchie in aangebracht (structureren)
    Het organiseren van informatie kan op verschillende manieren gebeuren: alfabetisch, chronologisch, geografisch, per onderwerp, per taak, per doelgroep, metafoor en als laatste gemengd. Dit laatste komt veel voor, omdat consequent vasthouden aan een van de andere manieren vaak tekort schiet voor de hele site. Wees wel echter voorzichtig bij het aanbieden van te veel verschillende manieren aan de gebruiker: hij kan in de war raken.
    Door informatie te structureren geven we de bezoeker van de site houvast. Hij moet het gevoel hebben dat hij de structuur van de site overziet en er zijn weg in kan vinden. Als een bezoeker (zichzelf) vragen gaat stellen, is het niet goed ("don't make me think").
    De structuur kan het beste in een boomstructuur worden opgenomen. Belangrijk is dat deze structuren niet te diep maar ook niet te breed zijn. Als ze te diep zijn, moet de gebruiker te veel klikken; als ze te breed zijn, vermindert het overzicht.
  3. Informatie adresseren: ten slotte geven we de brokken informatie de juiste plek (adresseren) en hangen we er een naam aan (labelen).
    Als een overzichtelijke informatiestructuur gemaakt is, kan de info op de juiste plek worden neergezet (geadresseerd worden). Hierbij moet gedacht worden vanuit de bezoeker, niet vanuit (b.v.) het bedrijf! Onderwerpen of taken die voor hem belangrijk zijn moeten 'bovenaan' staan. (NB: Bezoekers lezen pagina's i.h.a. van linkboven naar rechtsonder.) Er zijn overigen 'natuurlijk' uitzonderingen: zaken die gemeengoed geworden zijn en waaraan bezoekers gewend zijn (b.v. Home linksboven) gebruik je wel; we willen de gebruiker niet in de war brengen.
    Behalve de plek waar (de bereikbaarheid van) de informatie geplaatst wordt, zijn ook de termen die daarbij gebruikt worden voor de bezoekers van belang. Eenvoud is hierbij het kernwoord: bezoekers moeten de termen begrijpen! Kies eenvoudige, duidelijke en korte namen (voor b.v. menu-items).

Het resultaat van dit proces van informatie van verzamelen, organiseren, structureren, adresseren en labelen van informatie is een zgn. informatiestructuur voor de site. Het grafisch weergeven hiervan in b.v. een boomstructuur verduidelijkt i.h.a. veel (een plaatje zegt meer dan 1000 woorden!). Zie ini_infostructuur.jpg

NB: Een informatiestructuur is niet hetzelfde als een navigatiestructuur, maar beide houden wel verband met elkaar.

NB: Voor het schrijven van webteksten bestaan andere regels dan voor het schrijven van 'normale' teksten.

SPIJ20120917